In mijn reflecties mediteer ik over momenten tijdens mijn ontdekkingsreis in dans, vrijwilligerswerk met mensen met dementie, en meer.
—
Deze week dacht ik na over herinneringen en het verband met liefde. Is liefde verbonden met herinnerd worden, of betekent liefde herinneren? Ik heb deze vraag in mijn hart gedragen, het gewicht ervan gevoeld en mijn gedachten en daden erdoor laten leiden.
Op weg naar het verpleeghuis maak ik nog even een korte stop bij de bloemenkraam. "Hoe kan ik u helpen, mevrouw?" vraagt de dame vriendelijk. "Iets dat de kou wat langer kan verdragen?". Terwijl de dame de bessentakken inpakt, vallen mijn ogen op de felgele gerbera's. Even twijfelde ik, maar heb toen een besluit genomen. 'En toch maar een paar daarvan, alsjeblieft.'
In het verpleeghuis zie ik Giselle haar lunch eten. "Ní láile ma? (Je bent gekomen), Giselle glimlacht terwijl ze haar laatste stuk boterham vasthoudt. Ik glimlach een beetje schuldgevoel naar haar. "Sorry, ik wilde je gezelschap houden tijdens de lunch, maar ik zie dat ik iets te laat ben." Terwijl de bewoners onze onbekende taal in hun woonkamer horen, verzamelden sommigen zich nieuwsgierig om ons heen. Ik kijk naar Giselle. "Zullen we naar buiten gaan?"
De koude lucht beet in onze wangen terwijl we door de tuin wandelden. “Ben je een marathon aan het lopen, Giselle? Màn yīdiǎn! (langzamer aan)” plaagde ik haar terwijl ze me voor was. We barstten in lachen uit, het geluid zichtbaar als kleine wolkjes in de koude lucht. Op dat moment dacht ik na over hoe herinneringen zich vastzetten—niet in woorden of namen, maar in gedeelde momenten zoals deze. Herinneringen voelen zo fragiel aan. In het verpleeghuis begroeten bewoners me met een glimlach die anders is dan de eerste keer dat we elkaar ontmoetten. Ze stellen me vragen die ze me eerder hebben gesteld, alsof we elkaar voor het eerst zien. En toch is hun warmte anders—het draagt een herkenning die woorden niet kunnen uitdrukken. Het liet me afvragen: maakt het uit als iemand de details vergeet, zolang het gevoel van verbinding blijft hangen?
Later bezocht ik de begraafplaats, een plek die voor mij altijd sereen heeft gevoeld. Er is niet echt veel dat me naar mijn bestemming navigeert als ik daar ben, en ik zou niet zeggen dat de paden duidelijk zijn – vrijwel alles ziet er voor mij hetzelfde uit. Ik volg gewoon de kronkelige wegen, en op de een of andere manier kom ik altijd bij de Chinese poort terecht. Misschien zijn de enige mensen die het pad naar een bepaald graf echt herinneren, zonder de gehele indeling te kennen, de bezoekers van het graf zelf.
Aangekomen bij de graven van mijn voorouders, stopte ik mijn pas en plaatste in elke vaas twee gerbera’s en een tak met bessen. De een gaat misschien iets langer mee, maar beide worden met dezelfde intentie gekocht. Zoals het geheugen verdeeld en verspreid is over verschillende gebieden en processen van ons wezen, en de ene herinnering langer vastgehouden wordt dan een andere, zo is het gevoel van liefde dat ook. En misschien gaat het bij liefde niet om herinnerd worden, maar om de keuze om te onthouden wat je kunt en om te blijven verschijnen. Of het nu voor de bewoners van het dementiehuis is, voor dierbaren die zijn overleden, of voor de mensen die we in ons dagelijks leven ontmoeten, liefde wordt gevonden in de momenten die we creëren, de zorg die we geven en de verbindingen die we koesteren—ongeacht of ze wel of niet worden herinnerd. Niets tastbaars is bedoeld om voor altijd mee te gaan, hoe duurzaam of sterk het ook is, alles heeft zijn levensduur. Terwijl ik boog voor mijn voorouders, voelde ik het gewicht van de reflecties van de week in de stilte om me heen zakken.
"Wǒ láile."
(Ik ben gekomen)